Om gestructureerd aan risicobeheersing te werken wordt éénmaal per drie jaar de algemene bedrijfsRIE uitgevoerd en/of geactualiseerd. De preventiemedewerker coördineert de uitvoering/actualisatie van de RIE en stelt vervolgens, in samenspraak met de KAM-coördinator en directeur RGS, een plan van aanpak op. Het plan van aanpak is een meerjaren plan dat ieder jaar wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Als voorbeelden van actualisatie in 2023 is de benoeming van D. Hoeben als vertrouwensmedewerker en in 2024 de implementatie van een jeudigenprotocol(aanvullende ri&e)
De organisatie kent in het kader van het veilig werken 4 operationele werkdisciplines, te weten:
1. werken op platte daken
2. werken op hellende daken
3. service-, onderhouds- en inspectie/keuringswerkzaamheden
4. plaatsen van valbeveiligingssystemen en zonnepanelen
De standaard werkzaamheden met bijbehorende risico’s van deze werkeenheden zijn opgenomen in een VGM-RIE die jaarlijks op actualiteit
geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Ook zal na een arbeidsongeval gecontroleerd worden of de VGM-RIE nog actueel is.
Taakrisicoanalyses hebben tot doel het effectiever uitvoeren van werkzaamheden en het voorkómen van nadelige gevolgen of incidenten. Van de standaard werkzaamheden is een VGM-RIE uitgevoerd. Naar aanleiding van de evaluatie zijn acties genomen om de risico's te beheersen.
Richtlijnen voor het opstellen van een taakrisicoanalyse:
· Wanneer dit door de opdrachtgever wordt geëist of als er vanuit de offerte/opname extra risico's ingeschat worden of voorgeschreven extra eisen vanuit opdracht-gever;
· Wanneer werkzaamheden moeten worden uitgevoerd waarbij nieuwe risico’s, anders dan de standaard risico’s, worden geconstateerd;
· Als resultaat van een onderzoek naar aanleiding van ongevallen en incidenten. De bestaande taakrisicoanalyse kan dan ook aangepast worden.
Methode:
1. inventarisatie van mogelijke risico’s door de werkvoorbereider/uitvoerder, VGM-functionaris en eventueel extern adviseur;
2. evaluatie van de risico’s volgens de Kinney-methode;
3. vaststellen van beheersmaatregelen;
4. taakrisicoanalyse met beheersmaatregelen voor aanvang van het werk bespreken met betrokken medewerkers.
De beheersmaatregelen kunnen zijn:
· Extra instructie en/of opleiding (intern/extern);
· Ter beschikking stellen specifieke PBM;
· Extra beveiligingen aanbrengen.
De inspecties zijn gericht op de veiligheid, orde, milieu en netheid op de werkplek en vinden plaats conform het in het Qooling gecommuniceerde schema.
De uitvoerders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van werkplekinspecties. Een deel van deze inspecties wordt uitgevoerd door een voor dit doel aangestelde werkplekinspecteur.
Minimaal eenmaal per kwartaal voeren de algemeen directeur en operationeel directeur een werkplekinspectie uit.
De werkplekinspectie kan ook door een operationeel medewerker worden uitgevoerd. De uitvoerder controleert nadien de resultaten van
de inspectie en zet zijn paraaf voor akkoord.
De inspectie met eventueel geconstateerde afwijkingen en ook positieve bevindingen wordt vastgelegd in Qooling.
Afwijkingen dienen direct te worden opgelost. Ingeval dit niet mogelijk is wordt door de uitvoerder een verbetermaatregel opgesteld en vastgelegd in Qooling.
De 1e verantwoordelijke van het werk ziet toe op de voortgang van de verbetermaatregelen. Indien noodzakelijk worden de verbetermaatregelen besproken met alle medewerkers.
Alle registraties worden door de KAM-coördinator, preventiemedewerker, werkplekinspecteur en directeur RGS eenmaal per jaar beoordeeld om
te bepalen of er trends zijn waar te nemen.
Indien dit het geval is kunnen preventieve maatregelen worden geïnitieerd. Deze maatregelen inclusief verantwoordelijken en een planning
worden vervolgens opgenomen in het verslag van de directiebeoordeling.
De uitvoerende medewerkers moeten voordat ze aan de slag gaan, nagaan:
· welke taken ze moeten uitvoeren;
· hoe ze te werk moeten gaan;
· wat de aanwezige risico’s en gevaren zijn;
· hoe men deze gevaren kan vermijden of minimaliseren.
De analyse kan op basis van gezond verstand worden uitgevoerd. Ingeval er afwijkingen worden geconstateerd welke een verhoogd risico opleveren, dient dit bij de
werkvoorbereider of uitvoerder gemeld te worden.
Indien de omstandigheden op de werkplek wijzigen zal opnieuw moeten worden vastgesteld of de werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden.
Om effectief te reageren op noodsituaties is een noodplan/projectmap met de volgende doelstellingen:
· Het voorkomen van calamiteiten;
· Aantal slachtoffers beperken of voorkomen;
· Goede en snelle hulpverlening te realiseren;
· Goede en snelle ontruiming van de werklocatie.
Het noodplan(V&G-plan) is opgenomen in de projectmap.
Met betrekking tot noodsituaties in en om het bedrijfspand in Beverwijk wordt verwezen naar het BHV-plan Duiveland.